Contact gegevens

Kerksingel 26
2981 EH  Ridderkerk

Email algemeen: info@oudridderkerk.nl

Bankrekeningnummers:

NL40RABO0355484838

NL93INGB0004208049

KvK-nummer: 41126694

RSIN: 009623851

 

Openingstijden:

 

Woensdag 13:30 - 16:30 uur
Donderdag 13:30 - 16:30 uur
Vrijdag 13:30 - 16:30 uur
Zaterdag 13:30 - 16:30 uur

 

Toegang is gratis!

Expositie Agenda.


Donateur worden?


Privacy-verklaring


Deze website wordt gebouwd, onderhouden, gehost en gesponsord door:


 

Teun Rijsdijk getogen aan het eind van de Kerkweg, toen nog Mauritsweg geheten, vlakbij de rijksweg 16 die toen nog ‘de nieuwe weg’ werd genoemd.

 

Toen het dit voorjaar zo koud was herinnerde ik me dat mijn vader in zo’n geval zei; Maartse buien die beduien dat de zomer aan komt kruien, of, maart roert zijn staart.
Maar ook Aprilletje zoet gaf nog wel eens een witte hoed.
Iemand die vreemd deed was een rare snijboon en iemand die niet al te snugger was had het zwarte garen niet uitgevonden. Het kon zelfs een krotenkoker zijn die op de spinazieacademie gezeten had. Maar meestal wist hij van de prins geen kwaad omdat hij zo stom was als het achtereind van een varken of te stom om voor de duvel te dansen.
Hoewel het geld moet rollen is hij geen stuiver waard, ik geef er geen cent voor.
Maar geld stinkt niet, zelfs niet als het in een ouwe kous gezeten heeft.
Bij sommige mensen hing de lamp scheef (waren arm), ze hadden geen nagel om hun kont te krabben. (idem)
Ik moet man een paard noemen want men noemt geen koetje bont of er is wel een vlekje aan. 
Het papier is geduldig, vooruit met de geit want elk huisje heeft zijn kruisje. 
Geen haar op mijn hoofd die daaraan denkt want hoewel men in ’t veen niet op een turfje kijkt liegt hij of het gedrukt staat. Hij doet of hij OostIndisch doof is en dus zeg ik; scheer je weg, ga fietsen stelen want of je nou van de hond of van de kat gebeten wordt, als je voor een dubbeltje geboren ben, wordt je nooit een kwartje
Hij stinkt een uur in de wind maar aan zijn oren te zien heeft hij de wind ook mee gehad, de sijsjeslijmert met zijn kleren in één piskreuk. Hij is een nagel aan mijn doodskist, de houten Klaas. Hij denkt dat hij er goed garen mee kan spinnen en dat dat koren op zijn molen is maar als onneussie (oneerlijkheid) boven komt kun je een ei in zijn kont gaarkoken en zal hij tegen de lamp lopen.
Dat stopt hij in zijn holle kies want hij kijkt met zijn linker oog in zijn rechter broekzak (scheel). 
Doe je haar op een dot en ga dienen, zeiden ze vroeger wel eens tegen meisjes maar die zaten liever toompies te breien (vlechten in het haar) of gingen een mijl op zeven. (namen een omweg)
Van mevrouw Smit - van Gorp kreeg ik een aantal oude gezegdes. Wat opvalt is het hoge poep- en piesgehalte. Maar ja, Rezoord hè, dan weet u het wel (grapje, ik ben er zelf ook geboren, maar niet getogen) 
Hij kekert (stottert) en lacht niet onder een daalder (niet zo gauw)
Poep je niet dan rust je toch al komt het uit een bescheten doekje (niet fris meer)
Het was nog een hele temptasie (karwei) om een stoel (krop) andijvie met dat mes dat zo bot als een rekel was te verinnewere (vernielen)
Ik was ’t ende asem (uitgeput) en zag het snot voor ogen (idem) en toen moest ik de biggels nog rijven (grint harken)
Aveceer (voortmaken) eens een beetje, zei mijn vader, loop niet zo te demelen (voor de voeten lopen) je kan het aanpiesen (vlakbij) maar loop geen gebbetjes te maken (geintjes) want want ik heb een horrel (trek) in pee en uien.(stamppot)
Die schijt niet voor elven (gierig zijn) want waar je hem raakt doe je hem zeer (kan je overal gebruiken)
Hoe wil je het hebben; dik, dun of door een doekje?
Die is zo fijn als gemalen poppenstront  (zeer othodox)
Nou, dan ben ik ’t ende voor ik bloed voor het hart krijg.

 

Teun Rijsdijk.