Contact gegevens

Kerksingel 26
2981 EH  Ridderkerk

Email algemeen: info@oudridderkerk.nl

Bankrekeningnummers:

NL40RABO0355484838

NL93INGB0004208049

KvK-nummer: 41126694

RSIN: 009623851

 

Openingstijden:

 

Woensdag 13:30 - 16:30 uur
Donderdag 13:30 - 16:30 uur
Vrijdag 13:30 - 16:30 uur
Zaterdag 13:30 - 16:30 uur

 

Toegang is gratis!

Expositie Agenda.


Donateur worden?


Privacy-verklaring


Deze website wordt gebouwd, onderhouden, gehost en gesponsord door:


 

De knokploeg van de Binnenlandse Strijdkrachten, na de oorlog, in de tuin van slagerij Bol aan de Ringdijk in Ridderkerk.
Staand v.l.n.r.; Mevr. Bol, ???, Adrie Bol, Jan Rijsdijk (de latere pol.agent), J. Roos, Daane, Jan Pieter Rijsdijk (Jan 1)
Zittend; C. Mom, K, Daane, J. Versendaal, R. Kooiman.  

 

Een groot spreker is mijn vader, Jan Pieter Rijsdijk, nooit geweest, hij was meer een man van de daad. Zodoende kwam ik er ver na de oorlog, bij stukjes en beetjes, pas achter wat hij in die tijd uitgespookt had. 
In de meidagen van ’40 was hij als gemobiliseerd artillerist bij Mill (N.Br.) Krijgsgevangen gemaakt en afgevoerd naar Duitsland. Toen hij weer vrijgelaten werd heeft hij met een dienstkameraad uit Dordrecht ergens een fiets ‘geleend’ en zijn ze, omstebeurt trappend, naar huis komen rijden.  Er zijn dus ook Duitsers die ‘mein  Fahrrad zurück’ roepen. Maar misschien is dezelfde fiets aan het eind van de oorlog weer naar de ‘Heimat’  terug gereden.
Op verjaardagen kwamen zijn vroegere strijdmakkers en leden van het verzet wel eens aan en dan zat ik als kind geboeid te luisteren naar de verhalen en droomde ik van een heldenrol.
Tijdens de oorlog werkte hij bij slager bij Bol aan de Ringdijk die ook in het verzet zat. Omdat mijn vader met zijn bakfiets veel langs de weg zat om vlees te bezorgen vervoerde hij ook, onder het vlees en de worst, wapens voor het verzet. Bij één adres kwam hij zo vaak aan de deur dat de buurvrouw zich afvroeg waar de buren het van deden dat ze zo vaak vlees konden eten.
Na zijn overlijden in 1999 vond ik in een doos een paar briefjes die in de oorlog, als het ’s avonds donker was, door de brievenbus waren gestopt; ‘Jan 1 (omdat er nog een Jan Rijsdijk bij die groep zat, de latere politieagent die een neef van mijn vader was) dinsdag 9-12 polderpeil.’ Ik denk dat hij daarbij opdracht kreeg om het waterpeil in de sloten te noteren i.v.m. een eventuele landing van parachutisten.
Mijn moeder vertelde me eens dat ze verstijfde van angst en gauw een schietgebedje deed als mijn vader ’s nachts weg was en ze, alleen in bed, in de verte een auto hoorde aankomen. Zouden ze hem betrapt hebben en zouden ze haar met twee kleine kinderen komen halen? Goddank, deze keer reed hij door.
De grootste, aan mij bekende, stunt haalde hij met enkele verzetsmakkers uit toen ze midden in de nacht bij, naar ik begrepen heb de boerderij van Groenenboom, Huis te Woude aan de Beneden Rijweg, een varkenshok inkropen, waar aan de andere kant van de muur ingekwartierde Duitsers sliepen. Mijn vader sneed het daar aanwezige varken de keel door, terwijl drie man de bek van het dier stevig dichtknepen om het gillen te smoren, waarna het beest kleingesneden afgevoerd werd. 
Na de oorlog werd over dit soort dingen luchtig gepraat en gelachen; ‘weet je nog wel Jan, wat hebben we naderhand gelachen…’, maar de Duitsers, die niet echt bekend staan als lolbroeken, hebben er hoogstwaarschijnlijk de humor niet van in gezien en zouden dat ook wel hebben laten merken. Het varkensvlees was bestemd voor onderduikers die natuurlijk geen bonkaarten hadden, maar mijn vader kennende deed hij het ook om ’die moffen, die hier niks te zoeken hadden’, te jennen. Na de oorlog heeft er nog jarenlang een Duitse Schmeisser pistoolmitrailleur met negentig scherpe patronen en een dolk met ingegraveerd hakenkruis onder de planken vloer op onze zolder gelegen. Ook ‘even’ geleend.
Voor zijn rol in het verzet heeft hij na de oorlog het Verzetsherdenkingskruis gekregen. Dit op voorspraak van Jan den Otter de eigenaar van de kantoorboekhandel aan de Ringdijk, de leider van het Ridderkerkse verzet, wiens schuilnaam in de oorlog ‘Jacob’  was. 
Op de zeer informatieve tentoonstelling over de jaren ’40 – ’45, deze maand in de Oudheidkamer te zien, is een plank in een vitrinekast ingericht met oorlogsattributen van mijn vader waaronder het Verzetsherdenkingskruis. 
De Bevrijdingsdagen waren in onze familie altijd vol emotie omdat de jongste broer van mijn vader, Jaap, na de oorlog door zijn beste kameraad doodgeschoten is. Als onderduikers in Geesteren (Gld.) moesten ze eind mei 1945, dus toen de oorlog al lang en breed voorbij was, hun wapens inleveren in de kleuterschool van dat dorp. In de gang van de school kwamen ze elkaar tegen. Mijn oom, die net zijn wapen ingeleverd had, zei plagend tegen zijn vriend; ‘Heb jij ook een geweer?, jij kunt niet eens schieten’, waarop deze voor de grap het wapen, waarvan hij dacht dat het niet geladen was, op hem richtte en de trekker overhaalde. Het geweer bleek helaas wel geladen te zijn en mijn oom werd dodelijk getroffen. In de muur van de kerk in Geesteren is een steen gemetseld waarop de naam van mijn oom voorkomt.
Nog dagelijks kom ik dingen tegen waarvan ik denk; ‘waarom heb ik dat nooit aan mijn ouders gevraagd?’  Helaas kan het niet meer.
Mijn vader is ruim tien jaar geleden overleden maar ik ben nog steeds trots op hem.

 

Teun Rijsdijk.