Contact gegevens

Kerksingel 26
2981 EH  Ridderkerk

Email algemeen: info@oudridderkerk.nl

Bankrekeningnummers:

NL40RABO0355484838

NL93INGB0004208049

KvK-nummer: 41126694

RSIN: 009623851

 

Openingstijden:

 

Woensdag 13:30 - 16:30 uur
Donderdag 13:30 - 16:30 uur
Vrijdag 13:30 - 16:30 uur
Zaterdag 13:30 - 16:30 uur

 

Toegang is gratis!

Expositie Agenda.


Donateur worden?


Privacy-verklaring


Deze website wordt gebouwd, onderhouden, gehost en gesponsord door:


 

De nieuwe loods van sloepmakerij Bothof.

 

In de vorige aflevering werd de oprichting van de vennootschap Bothof en Gravestein in 1879, en vervolgens de officiële vestiging van werf As.Bothof in 1896, uit de doeken gedaan. In deze aflevering zien we de werf zich uitbreiden, en gaat de familie Bothof zich specialiseren in een product, waarmee zij tot ver over de landsgrenzen bekend werden: sloepen. Na de problematische oorlogsjaren, volgde een bloeitijd in de 50-er en begin 60-er jaren. De malaise in de scheepsbouw daarna, was de oorzaak dat ook de firma As.Bothof dit niet overleefde.

 

Het bouwprogramma.

De in deel 1 genoemde bouwlijst, bestrijkt een periode van 50 jaar scheepsbouw. Hierin worden voornamelijk houten en stalen roeiboten genoemd, met een lengte van ongeveer 4,50 meter. Toch werden ook andere scheepstypen gebouwd, met een maximale lengte van 10.50 meter. Meer kon niet, door de beperkingen van het terrein en de gebouwen. In de tijd van de romantische clipperschepen, was er meer ruimte nodig en die was er toen ook, omdat de grond van de latere klinknagelfabriek van Joh. Smit nog niet was afgescheiden. Ook de werven van de zes grote huizen, tussen de werf van Bothof en de klinknagelfabriek, hoorden nog bij het (oude) werfterrein.

Een kleine selectie uit de bouwlijst, geeft een gevarieerd programma aan scheepstypen te zien: Aak, Boeier, Gierboot, Giek, Jol, Lark, Prauw, Schouw, Sloep, Vlet, Vlieger en Weelboot. Ook gemotoriseerde schepen maakten deel uit van het leveringspakket. Zo werden ook motorvletten, schippersboten, motorveerschepen (tot 8.50 meter) en motorsloepen geleverd. Ook zeilschepen kwamen aan bod. Speciale opdrachten werden gevormd door een raderbootje en een stoom-sloep. Voor een botenbouwer een zeer gevarieerd assortiment. In de beginperiode werd vrijwel evenveel in hout als in staal gebouwd. Na ongeveer 1915 volgde een omslag naar hout. Omdat de bouwlijst ook de materiaalsoort aangaf, zien we ook duurdere houtsoorten gebruikt als grenen, teak, eiken en mahonie. Later werd ook het gemakkelijker te bewerken iepenhout verwerkt. Het uiterlijk werd soms verfraaid door de toepassing van koperen beslag.

 

Opdrachtgevers.

De afnemerskring bestond eerst voornamelijk uit bedrijven in Slikkerveerse regio, maar gaandeweg kwamen er ook opdrachtgevers uit Vlaardingen, Dordrecht, Papendrecht, Hardinxveld en Krimpen aan de Lek. Naar Dubbeldam ging een baggerschouw. Ook de provincies Gelderland en Brabant ontdekten de kwaliteit van de producten uit Slikkerveer. Bijzondere opdrachten kwamen uit Hansweert en Maastricht, die tekenden voor een gierpont. 
Toen de eerste buitenlandse kopers zich aandienden in de vorm van de Duitse Königliche Wasserbau en de Farbwerke Höchst, was de reputatie van de werf As.Bothof stevig verankerd.

 

Het onroerend goed.

Het bedrijfsterrein tussen Nieuwe Maas en de Ringdijk, mat ongeveer 65 bij 45 meter. De locatie is, waar later het kantoorpand van Transol werd gebouwd. Ook dit heeft inmiddels plaats gemaakt voor een eigentijds apparte-mentengebouw. Oorspronkelijk bevonden zich er een schilderachtige houten loods, de zoge-naamde “Oude loods”, een kleine loods c.q. stookhok en een woonhuis. Aan de overzijde van de dijk (B66) was het woonhuis van fir-mant Pieter Bothof. Op het werfterrein het woonhuis wat eerst bewoond werd door Hein Bothof, en later in gebruik genomen werd als magazijn, ten behoeve van de inventaris van de te bouwen sloepen. In de kleine loods werden de spanten voor de sloepen in aan-bouw met behulp van stoom gebogen, en daarna in draf overgebracht naar de later gebouwde grote productieloods, om ze zo heet mogelijk voor de verdere bewerking te houden. Deze stookruimte werd later overgebracht naar de nieuwe loods en de oude houten loods werd als stallingruimte voor bootjes in gebruik genomen. Na de tweede wereldoorlog zijn rails aangelegd vanuit de nieuwe loods met een draaischijf en vandaar verder naar het kleine insteekhaventje. Dit was om het vervoer van de zware boten over het werfterrein en de tewaterlating te vergemakkelijken. In die tijd zijn ook twee Nissenhutten, met gebogen golfplaten gedekt, opgesteld.

 

Sociale aspecten en opleiding.

In de periode na de eerste wereldoorlog ont-stond er een aanmerkelijke verschuiving in de sociale verhoudingen in ons land. Ook de firma Bothof ging met zijn tijd mee, en liet een handig boekje drukken, met als titel “Arbeids-overeenkomst tusschen de firma As.Bothof, gevestigd te Slikkerveer, als werkgeefster, en hare werklieden”. In de overeenkomst treffen we een aantal ge- en verboden aan, die in onze tijd toch wel onwezenlijk voorkomen, doch in die tijd kennelijk actueel waren. Een kleine bloemlezing: 

 

De arbeidstijd wordt door de werkgeefster geregeld met dien verstande, dat de gewone arbeidsdag niet zal aanvangen voor zes uur ’s morgens en niet zal eindigen na zeven uur ’s avonds. Des Zaterdags eindigt de gewone arbeidsdag ten vier uur des namiddags. Voor overuren wordt eene verhooging boven het gewone uurloon uitbetaald van 10%. 
 

De arbeider zal zich houden aan de voorschriften van goede orde, veiligheid, gezondheid en zedelijkheid in de onderneming der werkgeefster, welke hem door of namens de werkgeefster zullen worden gegeven. 
 

Het is verboden gedurende den werktijd te rooken.
 

En…..het is verboden sterken drank op ’t werk mede te brengen of dronken op het werk te komen of te vertoeven. 

 

 

Opleiding en commercie.

In 1931 werd door de Gemeente Ridderkerk met regeringssteun de Commissie voor ontwikkelingscursussen voor werklozen ingesteld. De centrale werkplaats daarvan kwam in de voormalig Christelijke School in Slikkerveer. Er werd les gegeven in tekenen, scheepsbouw, werktuigbouw, taal, rekenen en natuurkunde. De schoolse vakken vervielen later en werden voor de leerlingen vervangen door meer praktische zaken als lassen, bouw-kunde en elektrotechniek. Het aantal leerlingen schommelde, afhankelijk van het seizoen, tussen de 60 en 120. In 1935 verhuisde de opleiding naar de sloepenwerf As.Bothof. 

Bij de sloepenwerf, die het althans vele tientallen jaren voor de wind ging, moet ook sprake zijn geweest van een goed commercieel inzicht en kennis van handels-gebruiken, bij een of meerdere vennoten. Daarvoor kwamen in die dagen Pieter en Hein in aanmerking., Pieter met zijn grote sociale vaardigheden, zal menige extra order hebben binnengesleept, hierin bijgestaan door Hein, die nauwkeurig op de centjes lette en goed kon calculeren. De opdrachten zullen niet alleen door mond-tot-mond reclame en door de in ruime kring bekende naam zijn binnen-gekomen. Ook de technische kant moet destijds goed georganiseerd zijn geweest, op basis van gedegen vakkennis.

In latere jaren, de jaren twintig en dertig van de 20e eeuw, tijdens de economische recessie, moet er dan toch wel geadverteerd worden. Dat was toen je de werf nog telefonisch kon bereiken onder nummer 218. In Slikkerveer, wel bij Rotterdam!

 

 

Donkere jaren.

In het begin van de oorlog liep nog een order van 12 reddingboten voor de KPM. Daarna kwamen er uiteraard geen grote orders meer van Nederlandse rederijen. De firma ging toen, naast sloepen  en roeiboten, over tot de bouw van plezierjachten. Er was sprake van een honderdtal eenheden. Eén ervan kreeg een wel heel speciale bestemming.

In het voorjaar van 1941 werd op de werf een zeilsloep gebouwd, die de naam “Keesje” kreeg toebedeeld. Het scheepje werd, verstopt onder een lading hooi, via Katwijk o.a. voor proviandering, naar een haventje bij Hekelingen gebracht. Hier werd ook een buitenboordmotor gemonteerd. Van daaruit  werd op 4 april door zes Nederlanders, de oversteek vanuit bezet gebied naar Engeland ondernomen. Na een vaartocht van 24 uur kwamen zij aan in Lowestoft, aan de oostkust van Engeland. Zij werden verhoord en ten-slotte toegelaten tot Prins Bernhard en Koningin Wilhelmina, voor wij zij uit het Vader-land oranjekleurig tulpen hadden meegebracht!.

 

Opleving in de naoorlogse jaren.

Na de bevrijding was er, in ons door de bezetter leeggeplunderde land, letterlijk een tekort aan alles. Onze koopvaardijvloot was door oorlogshandelingen en vordering fors uitgedund, terwijl de vaartuigen die nog aanwezig waren of terugkeerden, schade of een forse achterstand voor wat betreft onder-houd en outillage te zien gaven. De scheepsbouwindustrie werd, nadat moeizaam de materiaalvoorziening weer enigszins op peil was gebracht, ruim voorzien van opdrachten. 

Ook sloepenwerf As. Bothof zag oude opdrachtgevers weer in Slikkerveer verschij-nen. Zo werd KPM de grootste naoorlogse klant, die 53 grote reddingboten bestelde. Ze waren van teakhout vervaardigd en van kope-ren klinknagels en gepotdekselde huidplaten voorzien. Ook de nabijgelegen werf Boele nam, als goede tweede, forse aantallen sloepen af.

De KPM-order.

 

De watersnood in 1953.

De watersnoodramp van 1 op 2 februari 1953, trof ook Slikkerveer. Het wassende water, opgejaagd door een Noordwester storm en springtij, kwam tot de kruin van de dijk en de Bothof loodsen met het voorradige materiaal kwamen onder water. Veel oude documenten zijn waarschijnlijk in die rampnacht verloren gegaan, want ook het kantoortje hield het niet droog. Wim Bothof deed aangifte van de geleden schade aan bedrijfsuitrusting en voorraden, ten bedrage van ƒ 2877,-, wat in zijn geheel werd uitgekeerd.

 

Het einde van de werf.

Een van de gevolgen van de watersnood, was de uitvoering van het Deltaplan. Dit voorzag ook in een dijkverhoging en -verzwaring in onze regio. De panden van de sloepenwerf zijn dan al gesloopt en de werf was verplaatst naar het toen geplande industrieterrein. Aannemer Luymes en Bal uit Rijsoord bouwde daar een doelmatig pand van 12 bij 16 meter aan de Nijverheidsstraat, waar de bouw van sloepen werd voortgezet. Echter inmiddels was de malaise in de scheepsbouw in volle hevigheid losgebarsten. Onder meer door subsidie aan buitenlandse scheepswerven en de felle concurrentie van de Aziatische scheepsbouw, liep het aantal bouwopdrachten in Nederland aanmerkelijk terug. Een onheil wat ook de orderportefeuille van de firma As.Bothof niet onberoerd liet. In 1968 werd door Jan Bothoff  de poort van de sloepenwerf definitief gesloten. Zo kwam er na 115 jaar helaas een einde aan een interessant familiebedrijf.

 

Ton Remans.