Contact gegevens

Kerksingel 26
2981 EH  Ridderkerk

Email algemeen: info@oudridderkerk.nl

Bankrekeningnummers:

NL40RABO0355484838

NL93INGB0004208049

KvK-nummer: 41126694

RSIN: 009623851

 

Openingstijden:

 

Woensdag 13:30 - 16:30 uur
Donderdag 13:30 - 16:30 uur
Vrijdag 13:30 - 16:30 uur
Zaterdag 13:30 - 16:30 uur

 

Toegang is gratis!

Expositie Agenda.


Donateur worden?


Privacy-verklaring


Deze website wordt gebouwd, onderhouden, gehost en gesponsord door:


 

 


Het was in het jaar 1859, dat de plaatselijke schoolcommissie aan de gemeenteraad toestemming vroeg om de kinderen uit de Oostendam en de Pruimendijk onderwijs te doen genieten te Hendrik-Ido-Ambacht. Dit werd toegestaan. Het duurde nog tot 1862 voordat een regeling met de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht tot stand kwam. Door het oprichten van een bijzondere school in 1865 was het aantal leerlingen uit de Oostendam tot vier teruggelopen. De regeling werd bij raadsbesluit van 12 juni 1868 met ingang van 1 juli 1868 ingetrokken.

Door ingezetenen uit de Oostendam en de Pruimendijk werden in 1861 en 1864 aan de gemeenteraad en het provinciaal bestuur adressen ingezonden, waarin zij om voorziening in het schoolgaan van hun kinderen verzochten, daar de afstand naar de scholen te Rijsoord en op het Dorp te groot geacht werd. Ze verlangden een eigen school. De bijzondere school werd in 1878 opgeheven. Voor het gemeentebestuur was dit reden om het schoolgebouw van het bestuur te huren, teneinde het geven van onderwijs voortgang te doen vinden. Onderwijl werden pogingen aangewend om tot het bouwen van een school te komen. Voor het verkrijgen van subsidie was het noodzakelijk de tussenkomst van de provinciale staten in te roepen. De wet op het lager onderwijs van 1857 bepaalde: Indien Wij, na onderzoek door gedeputeerde staten en de provinciale staten gehoord, oordelen dat een gemeente door de uitgaven, tot een behoorlijke inrichting van haar onderwijs vereist, te zwaar zal worden gedrukt, wordt hetgeen ten laste der gemeente zal blijven door Ons bepaald en in het overige door de provincie en het Rijk, elk voor de helft voorzien.

Op 18 september 1878 besloot de gemeenteraad tot het aankopen van een perceel grond van J. Hazejager, dat aan de Pruimendijk gelegen was. Tevens werd besloten aan Zijne Majesteit de Koning en het college van gedeputeerde staten de aanvragen om subsidie in te zenden voor de bouw van de school en de kosten voor het lager onderwijs. Aan het college van gedeputeerde staten werd het volgende bericht: "De gemeente Ridderkerk, op het gebied der hulpbehoevenden geen vreemdeling bij UEdel Groot Achtbaren, moet zich opnieuw adresseren met hare noden en bezwaren inzake de kosten van het Onderwijs, en dat wel onverwacht, maar des te gevoeliger als zij wordt getroffen". Voor de te stichten school en de gewone uitgaven was het gemeentebestuur verplicht een beroep te doen "op de bekende gunstige gezindheid bij de groote belangstelling voor Z.M. onzen Koning, UEdel Achtbaren met de Provinciale Staten" in het bevorderen van het onderwijs.

Het college van burgemeester en wethouders deelde in de raadsvergadering van 19 maart 1879 mede, dat de aanbesteding voor de bouw van de school en de onderwijzerswoning had plaats gevonden. De laagste inschrijver was Jos Buurtman, timmerman te Puttershoek, voor het bedrag van f 26.294,-. Bij Koninklijk Besluit van 16 april 1879 werd een subsidie van f 8647,- verleend. Eenzelfde bedrag werd door de provinciale staten toegekend. Op 30 april 1879 besloot de gemeenteraad een geldlening van f 10.500,- aan te gaan. Op zaterdag 29 november 1879 werd de school in gebruik genomen. Begonnen werd met 101 leerlingen, waarvan er 4 uit de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht kwamen. De hoofdonderwijzer was Petrus Johannes Emck.
Na 1923 begon het aantal leerlingen terug te lopen.In 1927 was aan de Pruimendijk een bijzondere school gesticht. Voor het college van gedeputeerde staten was dit de overweging om tot het opheffen van de school over te gaan. De gemeenteraad besloot op 27 juni 1934 aan het college te berichten dat, gelet op de geringe bezuinigingen die bij de opheffing verkregen werden, dit op bezwaren stuitte. Bij besluit van 30 oktober / 6 november 1934 werd tot de opheffing besloten. De gemeenteraad ging op 23 november 1934 in beroep bij de Kroon, doch bij Koninklijk Besluit van 2 april 1935 werd dit beroep ongegrond verklaard.

 

Dit artikel verscheen eerder in De Combinatie op 8 december 1983 en werd geschreven door J.W.A. van der Blom.