Contact gegevens

Kerksingel 26
2981 EH  Ridderkerk

Email algemeen: info@oudridderkerk.nl

Bankrekeningnummers:

NL40RABO0355484838

NL93INGB0004208049

KvK-nummer: 41126694

RSIN: 009623851

 

Openingstijden:

 

Woensdag 13:30 - 16:30 uur
Donderdag 13:30 - 16:30 uur
Vrijdag 13:30 - 16:30 uur
Zaterdag 13:30 - 16:30 uur

 

Toegang is gratis!

Expositie Agenda.


Donateur worden?


Privacy-verklaring


Deze website wordt gebouwd, onderhouden, gehost en gesponsord door:


 

 

Het overkwam Lena Kranendonk, de 41 jarige we¬duwe van Teunis Verboom, wonend onder Ridderkerk. Ze was arm, dermate arm dat ze niet wist hoe ze haar kinderen te eten moest geven. Mensen hadden medelijden met het gezin. Op een dag eind April 1800 kreeg ze van Arie Plaisier 's morgens tussen 7 en 8 uur een pot karnemelkse pap. "karnemelk met meel gekookt... om haar kinderen welke niets te eten hadden te spijzen".
Lena liep met de kan karnemelkse pap terug naar huis. Toen ze voorbij het hek van Pieter van der Stel aan de benedendijkse rijweg kwam liep zoon Cornelis van Wijngaarden haar achterop "met een hoed gevuld met vuil... en deze in de pot met melk uitgooijde". Daarbij riep zijn moeder Hendriksje de Kinder, huisvrouw van Pieter van der Stel: "Daar jou, schooijer, nu zal je ze niet in je ziel vreeten." Vanwaar die haat van arme mensen onderling? Kennelijk betrof het vooral haat tegen Arij Plaisier, de man die vrijgevig was. Want op 26 September 1800 kwam Lena 's avonds tussen 5 en 6 uur weer langs het huis van Pieter van der Stel. Hendriksje stond op de dijk voor het hek van haar tuin. Ze vroeg aan Lena of die haar "ouwen" niet had gezien. Nee, Lena had de echt-
genoot van Hendriksje niet gezien. Hendriksjen was kwaad, en zei: "Ja, dien donder heeft vanmiddag bij Arij Plaisier aardappelen met vleesch zitten eeten, maar als hij 'er weer komt zal ik 'er de glaazen in slaan, en haaien 'er den donder door."
Op 14 Oktober 1800 klaagde Lena Kranendonk Cornelis van Wijngaarden en Hendriksje de Kinder aan voor de Hoge Vierschaar van Zuid-Holland. Dat een arm mens kon procederen was nieuw, dat was weer een goed initiatief in "de Bataafse republiek van Vrijheid, gelijkheid en broederschap."
De tijd tussen 1800 en 1813 was er een van grote armoede omdat onze handel als bondgenoot van Frankrijk door de Engelse vloot werd geblokkeerd. Handel was de kurk waarop onze welvaart tot die tijd had gedreven. Diaconieën konden de nood niet lenigen. Met armoede en hongersnood tot gevolg. De hier beschreven gebeurtenis is een herkenbare emotie van arme mensen: "Ik niks, jij óók niks". Jaloezie. Als ik de resultaten van terroristische acties zie op de teevee bedenk ik dat er inmiddels niet veel is veranderd.
"Kwekeling"
Het betrof Jacob Bezemer, twaalf jaar oud, "een van de Koninklijke kweekelingen". Hij had moeite met het verschil tussen het mijn en dijn. Tevoren was hij ook al op diefstalletjes betrapt in Dordrecht.
Op maandag 8 Oktober 1810 werd hij op heterdaad betrapt met diefstal van zilverwerk op de boerderij van Pieter de Kinder onder Ridderkerk.
De boerin vond een met zilver ingelegde schaar plus schede en een zilveren eau de la reine (lodderein) doosje in de zak van zijn jas, en de boerenknecht vond in zijn broekzak een zilveren horloge met een stalen ketting en een zilveren cachet. ; Hij had kennelijk een voorliefde voor zilver.
Ja, wat te doen met een twaalfjarige? Het vonnis van de hoge vierschaar vanZuid-Holland luidde op 26 Oktober 1810: "... om te werden getuchtigt,met eene kinderlijke straf;en daarna met eene opsluiting in de gevankenis, voorden tijd van agt dagen ..."Koninklijke kwekelingen"waren weeskinderen die door de legerleiding als het ware werden geadopteerd.Ze werden verzorgd en genoten onderwijs, waarna zewaren bestemd om soldaat te worden.

 

Harry Aardoom.