Contact gegevens

Kerksingel 26
2981 EH  Ridderkerk

Email algemeen: info@oudridderkerk.nl

Bankrekeningnummers:

NL40RABO0355484838

NL93INGB0004208049

KvK-nummer: 41126694

RSIN: 009623851

 

Openingstijden:

 

Woensdag 13:30 - 16:30 uur
Donderdag 13:30 - 16:30 uur
Vrijdag 13:30 - 16:30 uur
Zaterdag 13:30 - 16:30 uur

 

Toegang is gratis!

Expositie Agenda.


Donateur worden?


Privacy-verklaring


Deze website wordt gebouwd, onderhouden, gehost en gesponsord door:


 

Aardbeien plukken bij D. de Jong aan de Lagendijk.
Vlnr Nr1 is de moeder van Arij Hobbel Annie Flach , Nr 3 is haar zus Anna Flach . Ze woonde op de Lagendijk naast de stee van  Fam Kranendonk. (de Meuk)

 

Omdat bijna alle opgroeiende jongens en meisjes een chronisch tekort aan geld hebben probeerden ook wij wat bij te verdienen. Tegenwoordig gaan schoolkinderen vakken vullen bij Albert Heijn of zoiets maar in onze tijd waren de mogelijkheden tot bijverdienen beperkt. 
Wij gingen aardbeien en bonen plukken.
Die bonen, dat was geen probleem. Oké ze stonden vaak tussen hoog opgegroeide spruiten en als het geregend had, en wanneer doet het dat in dit land nou niet?, was je in een oogwenk tot aan je middel kletsnat. Bovendien duurde het tijden voor je zo’n eindeloos grote kist vol geplukt had met vijftien kilo bonen wat ongeveer één gulden vijftig opleverde. Maar de bonen werden geplukt in de tijd van de zomervakantie en dan had je toch tijd zat omdat je hooguit één week met vakantie ging. 
Aardbeien plukken leverde meer op. Het probleem was alleen dat de aardbeien rijp waren in de tijd dat er op school nog les gegeven werd. Op de plaats waar nu de huizen van het Dolfijnpark staat was een enorm groot aardbeienveld van tuinder van Pelt van de Lagendijk. Als je daar in de oogsttijd langs fietste rook dat heerlijk zoet.
Aardbeien werden geplukt in gevlochten mandjes met een hengsel die wij ‘tipsjes’ noemden. Er ging 2,5 kilo in.
Voor mijn gevoel in het holst van de nacht stond ik, na een keer of drie groepen te zijn door mijn moeder, op en fietste door een doodstil Ridderkerk richting aardbeienveld. Ik was nooit de eerste, hoe vroeg ik ook was er zaten altijd al jongens, meisjes maar ook volwassenen te plukken.
Een volle tips leverde, afhankelijk van de veilingprijs, ongeveer twee kwartjes op, maar vergis u niet, 2,5 kilo aardbeien was, en is nog, een hele hoop. Vooral als er in de rij naast je één of andere onverlaat vlak voor je alle grote aardbeien aan jouw kant wegpikte. Zo’n tips moest ook héél voorzichtig verder geschoven of neergezet worden omdat anders na een poosje de aardbeienjam er onder uit droop en dat ding van boven niet vol te krijgen was.
In het begin kwamen er meer aardbeien in de mond dan in de tips terecht maar op een gegeven moment kon je geen aardbeien meer zien en kon het grote verdienen gaan beginnen. Als we op het aardbeienland bleven eten nam ik boterhammen met alleen wat suiker er op mee waar ik een paar van de mooiste aardbeien tussen plette.
De opzichter heette Cors de Pee en was in de oneindig verre verte nog familie van me omdat hij met een nicht van mijn moeder getrouwd was. Hij kauwde pruimtabak en was in staat bij wijze van grapje een straal van die vieze bruine tabakssap vlak naast je plukkende handen te spuwen. Het is mij ook wel eens overkomen dat ik, in plaats van een sappige aardbei, een uitgekauwde pruim in mijn handen had. (Nee, ik heb hem weggegooid en niet tussen de aardbeien verstopt)
Tot acht uur plukken en dan gauw naar huis, wassen, verkleden, eten en naar school met een gevoel of ik al een hele dag achter de rug had.
Tegen het einde van het schoolseizoen bleven we ook wel eens in het aardbeienveld in plaats van naar school te gaan. De repetities waren achter de rug, de cijfers stonden al vast en dus vonden we dat het wel verantwoord was. En zo kon het gebeuren dat een leraar op onze school voor vijf of zes leerlingen, die kennelijk wèl genoeg zakgeld kregen, les stond te geven.
Op een dag kwam mijnheer Zevenbergen hoogstpersoonlijk in het aardbeienveld kijken waar al zijn leerlingen toch uithingen. Hij was een ijdele man met een witte lok in zijn haar, reden waarom wij hem de bijnaam ‘de bles’ gegeven hadden. Ik zie hem nog met zijn glimmende lakschoenen voorzichtig tussen de modderkluiten door laveren in een vergeefse poging ze schoon te houden. Wij waren tijdig gewaarschuwd en lagen allemaal plat tegen de slootkant gedrukt of zaten met z’n vieren samengeperst op het kleine houten toilet dat over de sloot geplaatst was. Gelukkig zag hij ons niet want voor je het wist had je 200 strafregels ‘Ik mag geen aardbeien plukken als ik op school moet zijn’ aan je broek.
En daar deed je nog langer over dan het vol plukken van een tips aardbeien.

 

Teun Rijsdijk.